Drukgeschiedenis tot 1973
[1]1920, 1e druk, Nijgh & Van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij - Rotterdam. Oplage: tussen 1000 en 1500 ex. NvdB jrg 87, 1920, nr. 88, 19 nov., p. 174.
[2]1922, 2e druk, Nijgh & Van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij - Rotterdam. Oplage: 1000 ex. NvdB jrg. 89, 1922, nr. 90, 28 nov., p. 989.
[3]1924, 3e druk,  Nijgh & Van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij - Rotterdam. Oplage: 1000 ex. NvdB jrg. 91, 1924, nr. 66, 2 sept., p. 755.
[4]1935, 4e druk, Nijgh & Van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij - Rotterdam. NvdB jrg. 102, 1935, nr. 69, 20 sept., p. 636. (met foute drukvermelding).
[5]1936, 5e druk, Nijgh & Van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij - Rotterdam. NvdB jrg. 103, niet aangetroffen.
[6]1949 in Mozaïek .
[7]1952 in Verzamelde werken, deel 11.
[8]1961, 6e druk, J.M. Meulenhoff - Amsterdam E7. Brinkman 1961-1965, p. 483.
[9]1969, 1e druk, Atheneum - Polak & Van Gennep - Amsterdam. Brinkman 1970, p. 72.
[10]1972, 2e druk,  Atheneum - Polak & Van Gennep - Amsterdam. Brinkman 1973, p. 130.

Contract
1e druk 20% van de verkoopprijs met een voorschot van twee maal 1500 gulden. Maximum per exemplaar ƒ1,00.

Toelichting
Tussen 1917 en 1920 was Nijgh & van Ditmar de voornaamste uitgever van Couperus. Deze uitgever was bereid om op de hoge eisen in te gaan en bood 20% van de bruto verkoopprijs aan honorarium met een voorschot van in totaal 3000 gulden. Wel was de uitgever zo verstandig ook een maximum van één gulden af te spreken. Het voorschot was gebaseerd op een bruto omzet van 15.000 gulden of 3000 exemplaren. De verkoopprijs van de eerste druk was ing. ƒ12,00 en geb. ƒ15,00, hoger dan de uitgever oorspronkelijk in gedachte had. De uitgave kwam uit in november 1920 in twee delen, het kende een voorpublicatie in Groot Nederland 18, 1920, I, jan-juni, p. 1-63, 129-177, 249-303, 397-442, 481-530, 637-683, II, juli-aug. p. 1-68, 115-162. Nagenoeg gelijk met de publicatie werd de uitgave als in voorbereiding aangekondigd in het Nieuwsblad voor den boekhandel jrg 87, 1920, nr. 17, 27 feb., p. 219. De verkoop was in verhouding goed en twee jaar later, in november 1922 verscheen de tweede druk tegen een lagere prijs in één band, ing. ƒ6,00 en geb. ƒ7,50, de helft minder dan de eerste druk. Wel bleef hierdoor de verkoop redelijk doorlopen en kon de derde druk in september 1924 op de markt worden gebracht, weer tegen een lagere prijs, ing. ƒ4,50 en geb. ƒ5,75. De tweede druk werd ter ruiling voor de derde druk teruggevraagd in het Nieuwsblad voor den boekhandel jrg 91, 1924, nr. 60, 29 juli., p. 683. Uit de brieven van de uitgeverij in mei 1925 aan Mw. Couperus kunnen wij de honorariumafspraken en de verkoopaantallen opmaken. De brieven zijn gebundeld in het boek Dienstbaar tot het einde, samengesteld door H.T.M van Vliet. Hieruit kunnen wij afleiden dat de oplaag van de tweede druk 2000 exemplaren geweest moet zijn. Er was een voorschot gegeven van ƒ3000,- te verreken met ƒ1,- per exemplaar. Tot en met 1924 waren er 2209 exemplaren verkocht. In 1924 was er ook een derde druk verschenen met een oplaag van vermoedelijk duizend exemplaren. In 1925 was de verkoop 256 exemplaren en in 1926 199 en in 1927 161. In 1927 werd het openstaande voorschot van ƒ175,- verrekend met de opbrengst van de verkoop van Ode. De voorraad eind 1927 was waarschijnlijk nog circa 175 exemplaren. Door de advertentie in dat jaar op p. 705 kennen wij ook de aanbiedingsvoorwaarden, de kortingen liepen naar gelang van de aantallen tussen de 40 en 45 procent. Uit de honorariumafrekeningen is op te maken dat eind 1927 in totaal 2825 exemplaren verkocht waren. Het voorschot was nog niet verrekend. Om die reden vermoed ik dat de eerste druk niet veel meer is geweest dan 1000 exemplaren. Tussen de derde en de vierde druk zit meer dan 10 jaar en verscheen in 1935. De ingenaaide editie kostte toen nog maar ƒ2,00 en de gebonden editie ƒ2,90. De vijfde druk verscheen een jaar later in 1936. Zoals gebruikelijk werden er telkens kleine partijen gebonden. Er zijn meer varianten dan van Vliet heeft onderkend. Het niet altijd aan de buitenzijde te onderkennen dat het een nieuwe bindvariant is. Waarneembare kleurvarianten moeten altijd ondersteund worden door afwijkingen in het binnenwerk zoals andere kleur of kwaliteit schutbladen, ander linnen of ander naaisteken.  
Bij de derde druk valt de tweede kleur weg, en bij de vierde het goud van de belettering. De naaisteken zijn in alle edities verschillend.
De in leer gebonden uitgave is nooit officieel op de markt gebracht. Veel uitgevers maakte er een gewoonte van om de auteur te plezieren een in leer of perkament gebonden uitgave aan de auteur aan te bieden en een exemplaar voor de eigen bibliotheek
In 1949 werd de titel opgenomen in Mozaïek, een gezamenlijke uitgave met Veen en in 1952 in de Verzamelde werken. In 1961 werd de titel in licentie uitgegeven door Meulenhoff in hun pocketserie. De verkoopprijs was ƒ3,90. In 1969 verscheen ook in licentie bij Atheneum de gebonden editie met stofomslag. De verkoopprijs was toen ƒ37,50. Zeer waarschijnlijk verscheen de uitgave daadwerkelijk in 1970, zo is op te maken uit de Brinkman. De volgende druk bij Atheneum verscheen in 1973 in pocket editie voor ƒ20,=, met ISBN 90 253 0523 7. In totaal zijn tien verschillende drukgangen geweest en kan gesproken worden van een succesvolle titel bij drie verschillende uitgevers.
De uitgave is ook in het Duits, vertaald door Else Otten, bij Reclam verschenen waar het een succes werd met vijf herdrukken. Zie: Veen, Ruud K., Couperus bij de buren.

Voor meer informatie zie: Versierde verhalen, p. 308-311 en de verantwoording in deel 42 van Volledige werken Louis Couperus.

Edities en variaties beschreven en afgebeeld in Versierde verhalen, p. 308-311.
1,2 Gebonden in roodlinnen band zwart en goud stempel (1.1).
3 In leer gebonden editie, niet in de handel gebracht.
4 Ingenaaide editie in twee delen (1.2). Afbeelding gelijk aan stofomslag tweede druk.
5 Gebonden editie in groen linnen band met donkerblauw kader en gouden belettering op rug.
6 Gebonden editie in bruin linnen band met donkerblauw en oranje met gouden belettering (2.1).
7 Gebonden editie zonder gouden belettering op de rug.
8 Ingenaaide editie van 7 in zwart en rood bedrukt (3.2)
9 Gebonden in bruin linnen band, derde druk (3.1.1)
Edities en variaties niet beschreven en afgebeeld in Versierde verhalen.
1.2 Ingenaaide editie in lichtgrijs gehamerd papier.
3.1.2 Variant van 9, met ander papier binnenwerk, andere naaisteken, bandontwerp gelijk.
4.1.1 Gebonden in lichtbruin linnen band met donkere schutbladen.
4.1.2 Gebonden in iets donkerder lichtbruin linnen band met wittere schutbladen.
5.1.1 Gebonden in lichtbruin linnen band, kleur schutblad oranje.
5.1.2 Gebonden in lichtbruin linnen band, kleur schutblad gelig wit.
8.1 Pocket, Meulenhoff uitgave.
9.1 Gebonden in zwart linnen band met stofomslag.
10.1 Garenloos gebrocheerd met grijs bedrukt omslag.

Verklaring nummering 3.4.1: 1e cijfer is drukvolgnummer, 2e cijfer editie, 3e cijfer variant van de editie.