Drukgeschiedenis tot 1973
[1] 1917, 1e druk, L.J. Veen Uitgever – Amsterdam. Oplage: 600 ex. NvdB jrg. 84, 1917, 2 okt., p. 1330.

Contract
Couperus had 1000 gulden in 1912 geleend en had als onderpand vier bundels verhalen gegeven te verrekenen op dezelfde wijze als de eerste bundel, dus 30 gulden per vel. Voor deze bundel kreeg Couperus waarschijnlijk dus ƒ345,= als het voorwerk werd meegerekend.

Toelichting
Deze laatste bundel verscheen in oktober 1917 in een oplaag van 600 exemplaren waarvan er 350 werden ingenaaid en 250 gebonden. Toch is hier iets vreemds aan de hand omdat er banden zijn aangetroffen in de band van de Staandaard Bibliotheek. Het kan zijn dat direct de 250 gebonden zijn in de twee verschillende banden. Ook hier werd dezelfde uitgeefstrategie toegepast als bij de derde bundel, alleen de oplaag voor de lossen exemplaren waren hoger. Deze losse deeltjes verschenen een jaar later dan de complete bundel in november 1918 voor de prijs van ing. ƒ0,60 en geb. ƒ0,90, gelijk aan de losse deeltjes van de derde bundel. In de dertiger jaren waren de prijzen verhoogd naar ƒ0,75 en ƒ1,25. Van deze titels is van de eerste oplaag van 2000 exemplaren een gedeelte plano bewaard. In de dertiger jaren was deze bundel nog steeds verkrijgbaar al was de prijs verhoogd van ing. ƒ2,50 naar ƒ2,90 en geb. van ƒ2,90 naar ƒ3,90.
Alle verhalen werden eerder gepubliceerd in Het Vaderland in de periode oktober 1914 tot december 1915.

Voor meer informatie zie: Versierde verhalen, p. 248 - 257 en de verantwoording in deel 27 van Volledige werken Louis Couperus.

Edities en variaties beschreven en afgebeeld in Versierde verhalen, p. 248 - 257.
15 Gebonden in blauwe band met deel aanduiding (1.1).
16 Ingenaaide editie (1.2)
7 blz. 345 Gebonden in geel linnen band (1.3).


Verklaring nummering 3.4.1: 1e cijfer is drukvolgnummer, 2e cijfer editie, 3e cijfer variant van de editie.